SV | Dat hun landpale was Jaezer, en al de steden van Gilead, en het halve land der kinderen Ammons, tot Aroer toe, die voor aan Rabba is; |
WLC | וַיְהִ֤י לָהֶם֙ הַגְּב֔וּל יַעְזֵר֙ וְכָל־עָרֵ֣י הַגִּלְעָ֔ד וַחֲצִ֕י אֶ֖רֶץ בְּנֵ֣י עַמֹּ֑ון עַד־עֲרֹועֵ֕ר אֲשֶׁ֖ר עַל־פְּנֵ֥י רַבָּֽה׃ |
Trans. | wayəhî lâem hagəḇûl ya‘əzēr wəḵāl-‘ārê hagilə‘āḏ waḥăṣî ’ereṣ bənê ‘ammwōn ‘aḏ-‘ărwō‘ēr ’ăšer ‘al-pənê rabâ: |
Dat hun landpale was Jaezer, en al de steden van Gilead, en het halve land der kinderen Ammons, tot Aroer toe, die voor aan Rabba is;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Dat hun landpale was Jaezer, en al de steden van Gilead, en het halve land der kinderen Ammons, tot Aroer toe, die voor aan Rabba is;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!